De eerste koude kwam al binnen op 24 oktober 1946, en dat zorgde voor nachtvorst.
De kern van deze oktoberprik, bleef echter net buiten onze contreien.
En het bleef koud voor de tijd van het jaar.
Maar op echt winterweer bleef het wachten tot 13 december. In tussentijd kreeg men te maken met zuidwestenwinden.
Dan veroverden de oostenwinden ons gebied dankzij een hogedruk van 1060 hPa ter hoogte van West-Rusland.
En een blokkade, ja die krijg je niet zomaar weg. De gemiddelde etmaaltemperaturen lagen rond de -10 graden, wat enorm koud is !
Daarna werd het rond de eindejaarsperiode tijdelijk zachter, om dan weer (aarzelend) af te koelen.
En dan een denderende westelijke circulatie.
En dan valt rond 20 januari de winter weer in. Met superkaarten !
En de winter steekt nog een tandje bij, omdat het hogedrukgebied zich uitstrekt tot Siberie, en er een enorme koudebel op weg is naar Belgie, met de nodige gevolgen.
Aan sneeuw ook geen gebrek !
En de winterprik blijft voortduren. Er is duidelijk chaos in de atmosfeer.
Onderstaande kaart betekent; rustig doorwinteren
De winter blijft aanhouden en we krijgen weer wat sneeuw.
Hogedruk heerst over Groenland, terwijl Noord-Europa kleumt onder de kou
Maar de pijp gaat stilaan uit in de winter. Traagjes vertrekt de winter, na wat sneeuwsituaties in Maart.